Groningen kende vanaf 1880 paardentrams. Deze werden in 1910 vervangen door elektrische trams. Er waren toen 5 tramlijnen in exploitatie.In verband met grootscheepse wegreconstructies moesten in 1926 de tramrails van de lijnen 2 en 4 verdwijnen. Na enig onderzoek werd besloten tot de invoering van een voor die tijd enorm modern vervoermiddel: de trolleybus. Gedurende twee maanden mocht men proefrijden met twee ACD-Bull-trolleys. Dit gebeurde vanaf 27 juni 1927 op het traject Grote Markt - Kraneweg (ex tramlijn 2), waar Siemens de bovenleiding had opgehangen. Toen de proef als geslaagd werd beschouwd, werden 4 extra trolleybussen besteld. Op 13 oktober 1928 werd ook ex tramlijn 4 op het traject Grote Markt - Meeuwerderweg als trolleylijn in gebruik genomen. Beide trajecten werden gecombineerd en reden onder lijnnummer 2. De beide proefwagens 1 en 2 hadden een carrosserie van het Engelse Vickers, de 3 t/m 6 werden van een carrosserie voorzien door de firma Woest uit Groningen.De 1 en 2 hadden een enorme filmkast op het dak, terwijl de 3 t/m 6 een filmkastje achter de voorruit hadden.
Trolleylijn 2 lag geïsoleerd van de remise. Toch konden de trolleybussen deze op eigen kracht bereiken: een trolleystang tegen de tramdraad en de andere verbonden met een sleepcontact in de tramrails. Na de Tweede Wereldoorlog was het trambedrijf niet meer wat het was geweest: de rails was op diverse plaatsen zodanig versleten dat er met gereduceerde snelheid gereden moest worden. Sommige trambestuurders vonden het toch mooi om stevig door te rijden, dit tot groot ongenoegen van de geradbraakte passagiers. Het trambedrijf dacht hier een oplossing voor te hebben: er werd een pen voor de rijschakelaar gemonteerd waardoor de bestuurder niet naar een te hoge snelheid kon doorschakelen. Er waren echter handige bestuurders die de schakelaar over de pen heen wrikten. Men stond voor de keus het trambedrijf te moderniseren of er helemaal mee te stoppen. Men koos voor het laatste en voor een bedrag van 1,5 miljoen gulden werd de trolleyinfrastructuur uitgebreid en gemoderniseerd en werden er 18 nieuwe trolleybussen aangeschaft. De 107 t/m 116 hadden een chassis van Kromhout en een elektrische installatie van MFO (Oerlikon).