Onderlinge band
Het is ook mede daarom dat monteurs bovenleiding een hechte groep
vormen. Ruud: “Het is belangrijk dat we van elkaar op aankunnen. Je
mag nooit in je eentje aan de bovenleiding werken, maar altijd met z'n
twee, voor het geval er iets misgaat.” Die onderlinge band vindt Ruud
zeer belangrijk. “Om de beurten heb je met z'n tweeën storingsdienst.
Soms zie je even niet direct de oplossing. Dan bel je een collega en die
komt dan gewoon. Of het nu 's nachts is of midden in de winter, als
collega's zijn we er altijd voor elkaar. Dat is toch mooi?” Aan trammelant
heeft de goedlachse Ruud dan ook een hekel. “Als er al eens wat gedoe
is, gaat de deur op slot en lossen we het onderling op, zonder baas. Dat
werkt goed.”
Wat het werk als monteur bovenleiding interessant maakt, is de variatie.
Reviseren, verbeteren, snel een noodoplossing aanbrengen. Een keer in
de week vindt lijncontrole plaats waarbij het hele traject van zo'n 50
kilometer, circa 200 kilometer rijdraad, wordt nagelopen. “Grote
reparaties doen we 's nachts, als de stroom er volledig af is.
Tegenwoordig mag je vanwege allerlei veiligheidsredenen nog maar heel
weinig onder spanning doen. Als je het zo bekijkt, leven we eigenlijk
zonder spanning.”
Collega Rob Koppelman over Ruud
“Je kunt altijd van hem op aan. Hij ziet er stoer uit, maar is als mens zeer
rustig. En hij is de Willie Wortel van het bedrijf. Als er iets nieuws
problemen met de elektronica. Het systeem moet het doen bij, zoals nu,
min 15 graden, maar ook in hoogzomerse tijden. Het meedenken en
verbeteren, dat je geen trammelant hebt aan het systeem, vind ik leuk om
te doen.”
Ruud heeft in de veertig jaar dat hij al in Arnhem rondloopt veel veranderd
en verbeterd. In eerste instantie gingen zijn hersenspinsels in de
ideeënbus. “Ik heb ooit nog eens een mooie bonus ontvangen, omdat mijn
ingediende oplossing zeer goed was voor het bedrijf. Op een gegeven
moment was die ideeënbus er echter niet meer. Connexxion was vast
bang dat ze arm van me werden”, lacht Ruud.
Brandblaren
Op 18-jarige leeftijd werd Ruud door zijn toenmalige werkgever
gedetacheerd aan Connexxion met de woorden: 'Ruud, je moet in Arnhem
iets doen met draden in de lucht of zo'. “Die eerste keer tussen die draden
is apart hoor. Sta je tussen 700 volt, 1.000 ampère, iets meer dan het
stopcontact thuis hè.”
Hij heeft in zijn carrière twee 'goede' klappen gehad. “Gelukkig alleen maar
brandblaren. Maar soms zeg je wel eens tegen elkaar: we hebben weer
geluk gehad.” Ruud benadrukt dat de mechanische spanning echter veel
gevaarlijker is dan elektrische spanning. “Lijndraden die met een kracht
van 500 kilogram worden aangespannen, dat is net een pijl en boog. Als je
aan de verkeerde kant staat en er knapt iets, word je letterlijk
weggeschoten.”
2