Nederlandse Trolleybus Vereniging

Trams Arnhem

Het eerste reguliere openbaar vervoer in Arnhem en omgeving begon in 1839 met door paarden getrokken omnibussen die een aantal keren per dag tussen Arnhem en Velp reden.

tram
ATM, paardentrams op het Stationsplein, ca. 1900. Foto collectie Gelders Archief, nr. 1501-04 - 14692
tram
Tramremise Westervoortsedijk, 1912. Foto collectie Gelders Archief, nr. 1583 - 6180

Op 3 mei 1880 startte de Arnhemsche Tramweg Maatschappij (ATM) met de exploitatie van paardentramlijnen op normaalspoor (1435 mm). Er waren twee stadslijnen en een buitenlijn naar Velp. In 1907 besloot de gemeente Arnhem de concessie van de ATM niet te verlengen en zelf elektrische tramlijnen te gaan exploiteren. De moeizame onderhandelingen met de ATM over overname van dit bedrijf door de gemeente werden in 1909 afgerond. In hetzelfde jaar begon de ombouw van de paardentramlijnen naar een spoorbreedte van 1067 mm (zogenaamd Kaapspoor) en de aanleg van bovenleiding. De eerste lijnen die waren omgespoord, kwamen in augustus en september 1910 in bedrijf. Het laatste stuk paardentramlijn, in Velp, werd op 13 juni 1912 opgeheven.

tram
Op het Nieuwe Plein bij Luxor wordt gewerkt aan de tramrails, ca. 1930. Foto collectie Gelders Archief - 1501-04 - 8837
tram
GETA railreiniger 36 (bouwjaar 1922) en motorwagen 21, die vanaf 1920 vrijwel alleen als werkwagen dienstdeed, 5 april 1942 - Remise. Foto J. Voerman

Voor de elektrische dienst schafte de Gemeente Electrische Tram Arnhem (GETA) in 1911 en 1912 in totaal 29 tweeassige motorwagens aan.

Verder werden er acht gesloten en negen open paardentramrijtuigen overgenomen van de ATM. Deze kwamen, na ombouw, als aanhangrijtuigen achter de elektrische motorwagens in dienst.

Serie 1-13 Motorwagens, fabrikant: Weyer Bouwjaar 1911
Serie 14-21 Motorwagens, fabrikant: Allan Bouwjaar 1911
Serie 22-29 Motorwagens, fabrikant: Allan Bouwjaar: 1912
Serie 50-57 Gesloten aanhangwagens, ex paardentram Ombouw: 1911
Serie 60-68Open aanhangwagens, ex paardentram Ombouw: 1912
tram
GETA 8, 30 mei 1925 - Rijnstraat. Foto J. Quanjer, archief E.J. Bouwman
tram
GETA 16, maart 1938 - Kievitsdel. Foto M. van Notten, archief E.J. Bouwman

Op 21 mei 1911 werd de eerste elektrische tramlijn in dienst gesteld. Dit was lijn 1, Oranjestraat - Velperpoort. Kort nadien kwamen daar nog de volgende drie lijnen bij:
Lijn 2, Burgemeester Weertsstraat - Markt (14 juni 1911);
Lijn 3, Graaf Ottoplein - Markt (14 juni 1911);
Lijn 4, Station - Boulevard Heuvelink (4 juni 1911). Deze lijn werd met ingang van 19 juli alweer opgeheven en gecombineerd met lijn 2.

In hetzelfde jaar volgden nog twee uitbreidingen: op 4 augustus ging lijn 1 doorrijden naar Velp en op 27 september werd lijn 2 verlengd naar de Spijkerlaan. Lijn 1 werd op 13 augustus 1912 doorgetrokken naar Oosterbeek.

tram
GETA 31 in 1941 op het Velperplein. Foto J. Voerman
tram
GETA zandtram, 1921 - Cattepoelseweg. Foto collectie Gelders Archief, nr. 1501-04 - 2570

Gedurende de jaren 1916 t/m 1926 verzorgde de GETA goederenvervoer naar enkele Arnhemse bedrijven en in de jaren 1918 en 1921 t/m 1925 vond zandvervoer plaats. Hiervoor werden 12 elektrische locomotieven en een groot aantal kip- en zandwagens aangeschaft. Het afgegraven zand werd gebruikt bij de aanleg van nieuwe Arnhemse wijken zoals Het Broek.

Uitbreidingen naar nieuwe wijken aan de noordkant van Arnhem kwamen tot stand in de jaren 1920 t/m 1926. Dit waren de volgende trajecten:
Lijn 2, Burgemeester Weertsstraat - Bakenbergscheweg (28 maart 1920);
Lijn 3, Graaf Ottoplein - Hommelscheweg (15 april 1921);
Lijn 4, Velperplein - Geitenkamp/Marktplein (1 mei 1922). Op 15 mei 1924 werd lijn 4 op de Geitenkamp verlengd naar het Schuttersbergplein en op 15 september 1924 vanaf het Velperplein naar de Oranjestraat. Op laatstgenoemde datum begon ook de reguliere exploitatie, nadat eerder slechts enkele ritten per dag werden gereden;
Lijn 5, Hommelscheweg - Schelmscheweg/Openluchtmuseum (17 juni 1923). Op 16 april 1933 werd de route van lijn 5 opgenomen in die van lijn 3.
In de periode van 15 mei 1925 tot 1 februari 1932 reed lijn 7, Station - Velp, als supplementdienst van lijn 1.

Materieeluitbreiding kwam er in 1921 in de vorm van vier tweeassige motorwagens en tevens tien tweeassige aanhangwagens.

Serie 30-33 Motorwagens, fabrikant WerdauBouwjaar: 1921
Serie 69-78 Aanhangwagens, fabrikant: Werdau Bouwjaar: 1921

Deze aanhangwagens werden in de jaren 1925 en 1926 verbouwd tot motorwagens:

Serie 34, 35, 37, 38, 43-48 Motorwagens, fabrikant: Werdau Bouwjaar: 1921, ombouw: 1925-1926
tram
GETA 43, 1 december 1935 - Willemsplein. Foto collectie Gelders Archief, nr. 1501-04 - 7433
tram
GETA open aanhangwagen 67 achter motorwagen 26, 2 juni 1941 - Velperweg - Foto J. Voerman

De trots van het trambedrijf waren de zes moderne vierassige motorwagens, die in 1929 in bedrijf werden genomen. Deze reden uitsluitend op lijn 1:

Serie 70-75 Motorwagens, fabrikant Beijnes Bouwjaar: 1929
tram
GETA 71, 1930 - Willemsplein. Foto collectie Gelders Archief, nr. 1583 - 6263
tram
Passagiers en conducteur in een aanhangwagen, 21 juli 1944 - Foto Renes - collectie Gelders Archief, nr. 1583 - 6917

Op 8 april 1937 werd van de NBM de TOL-lijn, Grindweg - Kievitsdel, overgenomen. Deze lijn was in 1924 aangelegd door de Tramweg Maatschappij Oosterbeek (Laag). In de winter van 1941/42 reden de trams op deze lijn door tot de Bronbeeklaan.

tram
GETA 29 met open aanhangwagen - 22 juni 1941 - Willemsplein. Foto W.D.J. Cramer
tram
GETA gesloten aanhangwagen 54 achter 34, 5 april 1942 - Schuttersbergplein. Foto J. Voerman

Intussen waren er plannen voor de invoering van trolleybussen. Ir. L. van den Honert, de directeur van het trambedrijf, zag het als een reële mogelijkheid om de trolleybus op minder drukke tramlijnen in te zetten. Het succes in het buitenland van dit stille, schone en snelle vervoermiddel had hem hiertoe geïnspireerd. De tijd bleek er echter nog niet rijp voor. Wel werd lijn 2 op 12 december 1938 als tramlijn opgeheven en vervangen door autobuslijn A. Kort na het begin van de Tweede Wereldoorlog werden in verband met het tekort aan benzine de opgebroken rails van lijn 2 naar de Hoogkamp tot aan de Jacob Marislaan teruggelegd en gingen er weer trams rijden. Het opgebroken traject door het centrum kwam echter niet meer in dienst.

Op 25 december 1942 kwam nog een laatste uitbreiding tot stand: een tramlijn van de Schelmscheweg naar het vliegveld Deelen, aangelegd in opdracht van de Duitse bezetter en bestemd voor Duitse militairen.

tram
Drukte bij de tram in Kievitsdel op 21 juli 1944. Foto Renes - collectie Gelders Archief, nr. 1583 - 6517
tram
Het Stationsplein op 21 juli 1944. Foto Renes - collectie Gelders Archief, nr. 1583 - 7312

Om het grote aantal passagiers tijdens de oorlogsjaren te kunnen vervoeren, werden er in 1941 en 1943 van de GTA in Amsterdam negen tweeassige gesloten aanhangwagens overgenomen:

Serie 101-109 Aanhangwagens, fabrikant Werkspoor/Uerdingen Bouwjaar: 1912/1913
tram
GETA 101 (ex Amsterdam), 23 december 1941 - Velperplein. Foto J.J. Overwater
tram
GETA 104 wordt opgeduwd bij de Oranjestraat, ca. 1944. Foto Renes - collectie Gelders Archief, nr. 1583 - 6160

Tevens werden er in 1943 en 1944 van de NBM drie motor- en vier aanhangwagens gehuurd voor de dienst op lijn 1.

tram
Aanhangwagen 50 van de NBM achter een GETA motorwagen, 1944. Foto collectie Gelders Archief, nr. 1583 - 6211
tram
Conductrices bij de remise, 21 juni 1944. Foto Renes - collectie Gelders Archief, nr. 1583 - 6828

Op zondag 17 september 1944, toen de Slag om Arnhem begon, werden in de loop van de middag alle tramdiensten in Arnhem gestaakt. In de dagen erna werden bij bombardementen de tramremise, de meeste trams en grote delen van de infrastructuur vernield. Dit betekende het einde van het Arnhemse trambedrijf.

tram
Tramnet in 1939
tram
Personeel bovenleiding en weg en werken, 21 juni 1944 - Remise. Foto Renes - collectie Gelders Archief, nr. 1583 - 6835

tekst: Paul van Onzen